| ||||||||||||||||||||||||
[Bron] |
"De klokken van de Notre Dame" is het openingsnummer uit De Klokkenluider van de Notre Dame. Het is geschreven door Stephen Schwartz en gecomponeerd door Alan Menken. Tijdens het nummer vertelt Clopin tegen kleine kinderen over de geheimzinnige klokkenluider van de Notre Dame. Hij vertelt hoe een groepje zigeuners de stad Parijs binnendringen maar verraden worden en worden tegengehouden door Claude Frollo en zijn soldaten. Quasimodo's moeder draagt een bundel en als een soldaat het probeert af te nemen, vlucht ze.
Frollo achtervolgt haar ter paard, want hij denkt dat ze gestolen goed heeft, de achtervolging stopt bij de Notre Dame waar Quasimodo's moeder aanklopt, hij pakt de bundel van haar af maar geeft haar ondertussen een schop waardoor ze op de trap voor de Notre Dame valt. Frollo ziet dat de baby een monster is en ziet in de verte een put om de baby te verdrinken, maar wordt tegengehouden door de Aartsbisschop die hem vertelt dat hij een onschuldig mens heeft vermoord en dat als hij zijn onsterfelijke ziel wilt behouden, hij het kind moet opvoeden alsof het de zijne is, hij doet dit alleen als het kind in de klokkentoren van de Notre Dame mag wonen. Frollo geeft hem de naam Quasimodo, wat volgens Clopin 'half-af' betekend. Het wordt nu bekend dat Quasimodo de geheimzinnige klokkenluider is.
Tekst[]
Clopin:
Vroeg in de morgen
Parijs wordt gewekt
Door een klok van de Notre Dame
De visser ontwaakt
En de bakker vertrekt
Door een klok van de Notre Dame
Er zijn klokken
Zo luid als de donder
Er zijn klokken
Zo zacht als een vlam
Elk deel van de dag
Wordt bepaald door een slag
Van een klok
Een klok van de Notre Dame
Diep in de nacht
Op een donkere kade
Nabij de Notre Dame
Bange zigeuners
Werden verraden
Daarbij de Notre Dame
Het was een val
Voor dit viertal zigeuners
Iemand wilde dat niemand ontkwam
Het was iemand met klauwen
Zo koud en zo grauw
Als een klok
Een klok van de Notre Dame
Rechter Frollo wou de stad
Verlossen van het kwaad
Hij verdreef de zonde
Maar zag niet zijn eigen haat
Aartsbisschop:
Jij doodt onschuldigen
Haat overwint
Op de trap van de Notre Dame
Kleeft aan jouw hand
Straks ook bloed van een kind
Op de trap van de Notre Dame?
Jij hebt blijkbaar geen enkel geweten
Dat je haar zo het leven benam
Kijk in godsnaam omhoog
Niets ontsnapt aan het oog van de kerk
Het alziend oog van de Notre Dame
Clopin:
Wat was dit voor vreemd gevoel
Dat Frollo overviel?
Het was angst
Angst voor zijn onsterfelijke ziel
Claude Frollo:
Houd hem hier verborgen
Waar geen mens hem ooit zal zien
Als u zegt dat ik daarmee
Mijn zielenrust verdien
Wie weet misschien
Clopin:
Dus los nu het raadsel
Maar op als je kan
Zingt een klok
Van de Notre Dame
Wie is het monster
En wie is de man?
Hoor de klokken
Klokken, klokken
Clopin:
Iedere morgen
Ontwaakt heel Parijs
Met de klok van Notre Dame
De visser, de bakker
Zij fluiten de wijs
Van de klok van Notre Dame
Zij kan dreigend zijn
Net als de donder
Of ook zacht
Als een lieflijke psalm
En als je goed luistert
Bezingt zij de ziel
Van de stad
De klok van Notre Dame
Diep in het donker
Begint ons verhaal
Aan de voet van Notre Dame
Bange zigeuners
Lopen voorbij
Aan de voet van Notre Dame
Maar toen vielen ze
Recht in de klauwen
Van een wreed en meedogenloos man
En zijn ogen en hart
Waren koud
Als de ijzeren klok
De klok van Notre Dame
Rechter Frollo wou de stad
Bevrijden van het kwaad
Hij was oppermachtig
Maar door iedereen gehaat
Aartsbisschop:
Zie dit onschuldige bloed
Dat ik vind
Op de trap van Notre Dame
Maak jij je schuldig
Aan moord op een kind
Op de trap van Notre Dame?
Dan zal later de hel je verslinden
Om wat jij hier vannacht hebt gedaan
En die duizenden blikken
Die volgen je waar je ook gaat
Onder het oog van Notre Dame
Clopin:
Frollo voelde hoe
Een grote angst hem overviel
Hij dacht voor het eerst
Aan zijn onsterfelijke ziel
Claude Frollo:
Houd hem veilig opgesloten
Niemand mag erbij
Eens als dit vuil griezeltje
Een man is wordt ook hij
Van nut voor mij
Clopin:
Hier heb je het raadsel
Dus raad als je kan
Zingt de klok
Van Notre Dame
Wie is het monster
En wie is de man?
Zingen de klokken
Klokken, klokken, klokken